Gedichten

Altijd ben ik alleen
Of zit ik in een hoekje
Te lezen in een boekje.

Het gaat niemand wat aan,
Wat mijn geheimen zijn.
Ze zitten in mijn binnenste
Mijn huid is de muur die de tsunami van geheimen tegenhoudt.
Van binnen, en van buiten.

Ik zit met mijn benen opgetrokken,
Maak me kleiner dan ik al was.
Vinden ze me te klein?
Vooroordeel geeft geen pas.

Ik ben ook maar een mens
Als je niet tevreden bent
Wens dan maar, een mooie wens
Ik ben alleen maar een kleine vent.

Wat moet ik anders doen?
Iedereen oordeelt me al voor ze mijn naam kennen
Zo kan niemand toch mijn leven in rennen?

Niemand begrijpt mij,
Ik ben een jongen
Zomaar iemand
Klein, dun en tenger.
Verder gaat het je niks aan.

Doei.