“Een Thuis Gevonden”
In een huis vol leven, maar stilte was mijn deel, Met twaalf kinderen, een vader, en een moeder in duizend stukken heel. We deden de taken, zorgde voor elk lepeltje, elk bord, Terwijl mijn ouders, afwezig in hun geest, elk een eigen strijd vochten.
Mijn moeder, verloren in de draaikolk van alcohol, Verdronk haar pijn in flessen, verloor zichzelf in elke slok. Mijn vader, aanwezig maar afwezig, zijn ogen vol leegte, Verscheurd tussen liefde en zijn eigen innerlijke gevechten.
Geen warme handen om mijn schouders, geen troostende woorden, Alleen de koude muren van ons huis, mijn enige akkoorden. In armoede leefden wij, de schaduw van de maatschappij, Onzichtbaar, ongehoord, een stille kreet naar vrijheid, naar bevrijding, naar blijheid.
Maar ergens in die duisternis, vond ik een licht, een sprankje hoop, Een pleeggezin dat me verwelkomde, mijn lasten leken te verdwijnen als rook.
In hun zorgzame armen, vond ik rust, vond ik kracht, Een eerste thuis, een veilige haven, dag en nacht. Waar liefde geen lege belofte was, maar een warme deken, Die me omhulde en troost bracht in dagen vol gebreken.
In de lach van mijn pleegouders, vond ik hoop opnieuw, Een toekomst vol mogelijkheden, een droom die ik nu deel met hen, en ook met jou. Met hen leerde ik te geloven in mezelf, in mijn kracht, En zo stap voor stap mijn eigen weg te gaan, recht en zacht.
Nu, op mijn negentien, kijk ik terug met gemengde gevoelens, Naar het verleden dat me vormde, maar me niet kon neerhalen. Mijn ouders mogen dan afwezig zijn geweest, hun liefde verward, Maar in de warmte van mijn pleeggezin, heb ik mijn thuis gevonden, mijn start.
Hun onvoorwaardelijke steun zal mijn weg verlichten, mijn hart verwarmen.
© Copyright 2007 - 2025
Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd