De ene dichter snuift de geur van rottende appels op om zijn creativiteit aan te wakkeren. Een ander kan alleen poëtische pareltjes produceren met een hoed op het hoofd. Sommige dichters zijn ochtendmensen terwijl anderen pas na het avondeten hun vruchten beginnen neer te pennen. En dan hebben we het nog niet over de dichter die liefst ver weg van de beschaving vertoeft als tegenstelling tot de poëet die de gezellige drukte opzoekt.
In de era van de romantiek werden psychoactieve middelen populair om de creatieve helft van de hersenen aan het werk te zetten. Steeds meer kunstenaars gingen ze gebruiken. Hun succes was overweldigend en werd in de loop van de daaropvolgende jaren verdergezet.
Ook vandaag voelen een aantal dichters zich productiever na het nuttigen van een kleine hoeveelheid cannabis, paddo’s of truffels. Om inspiratie te vinden, geven ze zich over aan de roes of gebruiken ze de middelen verantwoord in zogenaamde microdoseringen.
Van de romantiek tot nu laten we enkele beroemde dichters de revue passeren. Al of niet uit noodzaak namen ze hun toevlucht tot softdrugs. We beginnen bij het begin: in Groot-Brittannië dat in de 19e eeuw een tussenstation was voor de opiumexport vanuit het nabije en verre Oosten.
Samuel Taylor Coleridge
Hij was één van de eerste romantische dichters die opium gebruikte. Hij had een zwakke gezondheid en opium was oorspronkelijk alleen als pijnstiller bedoeld. Zijn bekendste werk, Kubla Khan, schreef hij in wat hij zelf een “reverie” noemde.
Elizabeth Barrett Browning
De bekendste versregel van deze Engelse dichteres en feministe is wellicht “How do I love thee? Let me count the ways”. Ze was ziekelijk van aard, begon met het van opium afgeleide laudanum en stapte later over naar morfine. Openhartig vertelde ze dat ze van haar dagelijkse portie genoot.
Edgar Allan Poe
Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan maakte de meester van de gothic novel en het horrorgenre furore. Hoewel ook de auteur van “The Raven“ om gezondheidsredenen zijn toevlucht tot opium zocht, namen zijn fans hem dit niet in dank af.
Percy Bysshe Shelley
De Britse dichter van het onvergetelijke Ozymandias had altijd een flesje laudanum op zak om, naar eigen zeggen, zijn “zenuwen te stillen”. Hij was overtuigd dat opium het individu in staat stelt om maatschappelijke normen en overtuigingen in twijfel te trekken en tegelijkertijd ideeën van radicale sociale verandering te laten ontstaan.
Charles Baudelaire
De dichtbundel “Les Fleurs du mal” van deze Fransman geeft uitdrukking aan de veranderende aard van de schoonheid in het industrialiserende Parijs. Baudelaire’s bijzondere stijl beïnvloedde een hele generatie dichters waaronder Paul Verlaine, Arthur Rimbaud en Stéphane Mallarmé. Hij probeerde velen te overtuigen om opium en hasj te gebruiken, hoewel zijn liefde voor wijn nog groter was.
Allen Ginsberg
De bekendste werken van dit boegbeeld van de Beat Generation zijn “Howl” en het autobiografische “Kaddish”. Om de grenzen van zijn bewustzijn te verkennen, gebruikte hij onder andere marihuana. Het leverde hem talrijke literaire prijzen op.
Simon Vinkenoog
We sluiten dit rijtje met een man van Nederlandse bodem die in 2004 gekozen werd tot “Dichter des Vaderlands ad interim”. Niet alleen voor zijn gedichten zal hij herinnerd worden, maar ook voor zijn ludieke ballonnenactie “Spread the seed” bij het Haagse Binnenhof.