De kat van benedenbuur Van Boven
Had een bezigheid om tijd te roven
Voor haar geen nachtelijk gejank
En spinnen vond zij overbodig
Ook muizenvangen was niet nodig
Zij vermaakte zich graag met een andere klank
Likslikslok likslikslok klonk het voortdurend
Vanaf de vensterbank naar buiten turend
Tentoongesteld als in een etalage
Likte ze zich de hele dag
Soms zittend maar meestal als ze lag
Ze was de schoonste kat van de hele etage
Likslikslok likslikslok hoor je aan één stuk door
De één vond het mooi, de ander geen gehoor
Overal werd over haar gesproken
Geen kater die niet stiekem naar haar keek
Als ze luid likkend haar vacht glad streek
Zij liet zich graag bewieroken
Likslikslok likslikslok smakte het in ieders oren
Een ieder die het maar wou horen
Je kon haar prijzen om haar doorzettingsvermogen
Ze stopte slechts voor een snack of om te plassen
Om zich dan weer te gaan wassen
En vervolgens uitgebreid af te drogen
Likslikslok likslikslok duurde het voort
Maar had men het goed gehoord
De een na de andere haarbal spuwde ze uit
Niet de minste en niet de kleinste
En ze was dan wel de reinste
Maar het was een onaangenaam geluid
Likslikslok likslikslok klonk het dag en nacht
Inmiddels zonder vacht
Lag ze nog altijd zonder drukte
Zo naakt als een pasgeboren muis
Met slechts op haar kin een plukje pluis
Omdat daar het likken niet lukte
© Copyright 2007 - 2024
Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd