Een gedicht plaatsen?
Home

Rouwrand

Rouwrand
Strak omlijste zwarte zinnen
het decor van mijn levenspad
strelende strepen lieten na
een rand en gapend gat.

Gepolijste woorden met
fluwelen handen gesproken
vermorzelde geheel het diepste
kostbaar kruik gebroken.

Eens was ik maagd totdat
zijn zwaard doorsneed mijn leven
drong in mijn diepste zijn
wat brakend bleef beven.

Eens gebroken voor altijd,
tijd ging voort, maar niet
vlies dat ooit werd geheeld,
t’ was kwijt wat mij verliet.

Voor mensen verborgen
Terwijl God het zag
toeliet dat de ander greep
en deed. Gruwelgezag

Hij zag en hoorde
liet toe en verstoorde
niet de daad. Hoe adelaarsgreep
mij morzelend doodkneep.

Mijn handen schrijven,
smartelijke kreten uit mijn tong,
Waar was U, waar bent U
toen ik me daar wrong?

‘Ik was daar’, zo sprak Hij,
‘Ik zag het en Ik weet’.
Mij komt de wrake toe.
Ik ben er! Ook in leed.

Begrijpen kun je het niet.
Laat Mij God zijn in al Mijn Wezen,
niet vermorzelend jou. Maar
Kom! In Mij is niets te vrezen.

Dat wat hij nam en verwoeste,
tot zich zonder recht vergaarde.
Is niet hoe Ik handel met mijn schepsel,
Ik weet wél jouw waarde.

Daartoe gaf Ik Mijn Zoon geheel,
stootte Hem weg uit liefde in de dood,
Reddend zielen in adelaarsklauwen,
met gekwelde zielennood.

Omdat Ik alles gaf,
het liefste wat Ik had.
Is er nu de bloedfontein vol
liefde die elke vijand tart.

Kom tot Mij met je gapende wond,
wat op aarde niemand kan,
Zal Ik helen tot daar
waar nooit meer klinkt, en dan.

Ingezonden door K. Otte

Beoordeel dit gedicht

Er is nog niet gestemd.

Tags

© Copyright 2007 - 2024

Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd